Laurierwilgen in Drenthe, duindoorns in Zeeland en bijvoorbeeld de zeer zeldzame kraagroos in Zuid-Limburg: het is een greep uit de streekeigen soorten die Streektuinen de komende weken gratis gaat uitdelen aan tuiniers die de biodiversiteit willen versterken. We kunnen dit doen dankzij een donatie van Natuurhuisje.
In totaal zijn er vanaf 25 januari tot en met 28 februari twaalf locaties waar we plantmateriaal uitdelen voor zogeheten streekeigen struwelen. Het plantgoed is gratis en is bedoeld voor deelnemers aan streektuinen. Voor een eerlijke verdeling kunnen mensen één tot maximaal twintig boompjes meenemen.
Vanwege een beperkt budget kunnen we (helaas!) niet direct in heel Nederland plantgoed weggeven. In dit eerste winterseizoen delen we om praktische redenen plantgoed uit in de streken Zeeuwse zandgronden, Zuidwestelijke kleipolders, Drents Plateau en Friese Wouden, het Reestdal, het Vechtdal, het IJsseldal en het Limburgs heuvelland.
Woon je daar niet, dan heb je gelukkig nog twee opties: zelf aan de slag gaan – hopelijk met behulp van onze (bijzondere) streeksoortenlijst voor bomen en struiken – of nog een jaartje geduld hebben. We hopen namelijk dat het ons lukt de actie volgend jaar uit te breiden, en te zorgen dat streektuiniers in het hele land dan kunnen meedoen.
Streekstruiken versterken de biodiversiteit
Het plantgoed is bedoeld voor mensen die hun tuin meer streekeigen willen maken en de biodiversiteit willen versterken. Dat kan door (kwetsbare) populaties van bijzondere streekeigen soorten te versterken én daarmee leefgebied te creëren voor insecten en ander leven dat ervan afhankelijk is.
Zo willen we dit jaar de sleedoornpage helpen door wilde sleedoorns uit te delen op een aantal plekken waar deze zeldzame dagvlinder nog voorkomt (tussen de IJssel en Veluwe, langs de Vecht en langs de Reest). Tuinen met sleedoorn kunnen dit leefgebied versterken, leren we van mensen met streektuinen in onder andere Hattem en Zwolle. Beluister hier ook het item op Vroege Vogels over hoe de tuin van Nick Vledder in Hattem leefgebied is geworden van de sleedoornpage dankzij het planten van de sleedoorn!
Bittere wilg, zuurbes en nog veel meer
Maar het gaat om nog veel meer streeksoorten. Zoals onder andere de bittere wilg, wegedoorn en tweestijlige meidoorn langs de Vecht, de viltroos en heggenroos in het Drents Plateau en de Friese Wouden, onder andere ook veldesdoorn (Spaanse aak) en rode kornoelje langs de IJssel, en bijvoorbeeld de beklierde heggenroos en (om cultuurhistorische redenen) hulst in Zeeuws-Vlaanderen.
Soorten voor tuinen op de Zeeuwse klei zijn dan weer gebaseerd op de samenstelling van oude Zeeuwse hagen, die nog zeldzaam voorkomen op Zuid-Beveland. En voor tuiniers uit de kalkrijke Zeeuwse en Zuid-Hollandse duinstreek van bijvoorbeeld Schouwen en Goeree hebben we weer andere bijzondere soorten, waaronder duindoorns, zuurbessen en natuurlijk de duinroos.
Zuid-Limburg krijgt niet alleen de sterk bedreigde kraagroos (die er nog een paar groeiplekken heeft), maar ook een andere écht Zuid-Limburgse specialiteit: de bosroos (die er van nature voorkomt in hellingbossen).
Kruisbestuiving maakt populaties robuuster
Op en rond het Drents Plateau vragen we speciale aandacht voor de laurierwilg, een zeldzame (en mooie!) wilgensoort, die in Nederland vooral voorkomt op vochtige zandgronden in de noordelijke provincies. De laurierwilg wordt bedreigd door klimaatverandering. Maar door de soort juist langs z’n zuidgrens bij te planten, krijgen verspreid staande bomen beter de kans om te kruisbestuiven – waardoor het aanpassingsvermogen van de soort kan toenemen.
Ook delen we er maar liefst drie zeldzame wilde rozen uit – soorten die onder andere een specialiteit zijn van de Friese Wouden.
In totaal delen we tijdens de eerste editie van de actie voor streekeigen struwelen 21 soorten uit. Hopelijk volgend jaar meer…
Opgekweekt uit laatste populaties (‘autochtoon plantgoed’)
Juist om lokale soorten te behouden en populaties te versterken vinden wij het van groot belang dat aanplant van inheemse bomen en struiken ook van lokale herkomst is, niet alleen in natuurgebieden en gemeenschappelijk groen – maar óók in tuinen.
Daarom delen wij uitsluitend zogeheten autochtoon plantgoed uit. Dit zijn bomen en struiken die met grote zorg zijn opgekweekt uit de laatste wilde populaties in Nederland, dankzij een speciaal kweekprogramma van Staatsbosbeheer. Die wilde populaties staan erg onder druk. Nog slechts 2 tot 3 procent van alle bossen en houtwallen bestaat ‘voor een substantieel deel’ uit wilde bomen en struiken – alle rest is aanplant of nazaat van aanplant uit verre oorden.
Wij hopen dus ook dat een zo groot mogelijk deel van dit hoogwaardige plantgoed kan uitgroeien tot volwassen, vruchtdragende struiken. Tijdens inkuilen en vooral transport is het plantgoed – dat als kaal wortelgoed aangeboden wordt – kwetsbaar. De wortels kunnen makkelijk afbreken en vooral uitdrogen. Hou deze wortels tot aan het planten dus altijd vochtig en uit de zon, wind of vorst.
(Zelf plantgoed kopen? Vraag naar het NAK-certificaat. Daar staat op of het van autochtone herkomst is.)
Hoe meedoen? Bekijk de links voor meer info:
De uitdeelacties worden georganiseerd door inwoners uit de desbetreffende streken, die zich hier allemaal vrijwillig voor inzetten. Een deel van de uitdeelacties wordt verzorgd door lokale ‘bomenhubs’ van Meer Bomen Nu. Dat is onder andere het geval in Drenthe, Overijssel, Zuid-Limburg en maar liefst op vier locaties in Zeeland. Ook andere groepen helpen lokaal mee met de verdeling van het plantgoed, waaronder Groene Loper (op twee locaties), Ulebelt, Stichting Ommermars, Natuur en Milieu de Vechtstreek, Natuuractiviteitencentrum De Koppel, de Noterhof en Landfood Regout.
Een deel van de uitdeelacties is al te vinden op de overzichtspagina van Streektuinen op Meerbomen.nu (als dat het geval is, kun je je daar aanmelden om plantgoed op te halen).
Als alle data en locaties definitief bekend zijn, zullen we ook nog een nieuwsbrief versturen.