Hollands en Utrechts laagveengebied
Het Hollands-Utrechts laagveengebied was een kleine eeuw geleden een walhalla van bijna exclusief Nederlandse natuur. Om je daar een voorstelling van te maken, kun je een blik werpen op de beroemde schoolplaten van Marinus Adrianus Koekkoek. De eerste drie delen uit deze serie zijn ‘Het Naardermeer’ (met onder andere zwarte sterns, bloeiende waterranonkel en pijlkruid), ‘In de weide’ (kieviten, knotwilgen, kwikstaart en koekoek) en ‘In de sloot en plas’. Die laatste toont ook de rijke onderwaterwereld, met onder andere de grote spinnende watertor en geelgerande waterkever, kleine watersalamanders en meerkikkers.
Dat was in het Hollands-Utrechtse laagveengebied een zeer groot netwerk van kraakheldere sloten, naast kikkers ook vol met stekelbaarzen, libellen, palingen en krabbescheer. De oevers van die sloten stonden vol dotterbloemen, moerasvergeet-mij-nietje, kattenstaart, gele lissen en zwanenbloemen. De weilanden ertussen waren nat met pinksterbloem, scherpe boterbloem en waar begrazing door het hoge waterpeil niet mogelijk was oorspronkelijk zelfs blauwgraslanden, soortenrijke hooilanden met grote ratelaar, blauwe knoop, Spaanse ruiter en orchideeën – leefgebied voor grutto’s, kieviten, veldleeuweriken en tal van andere weidevogels. En dan tot slot nog de rietkragen en eindeloze rijen knotwilgen, stuk voor stuk bolwerken voor biodiversiteit.
Vrijwel alle blauwgraslanden zijn door overbemesting en mechanisatie van de landbouw verdwenen, en ook uit de begraasde graslanden zijn de meeste weidebloemen door overbemesting vrijwel weg. Maar de natuur van het veenweidegebied is bewaard gebleven rond grote, beschermde plassen – en op plekken waar de waterkwaliteit niet al te ver is verslechterd ook in het eindeloze netwerk van oevers. En als je ergens in het Hollands-Utrechtse laagveengebied woont, kun jij met jouw tuin ook weer een stapsteen toevoegen aan deze unieke natuur – en dan genieten van een levende versie van de tekeningen van Koekkoek, in je eigen tuin.
Wat mij plezier geeft aan ecologisch tuinieren is de schoonheid van planten zelf, diverse inheemse planten herinneren me voortdurend aan natuurgebieden, bijv bos- en gele anemoon. Verder uiteraard de insecten, vogels en zoogdieren die de tuin bezoeken. Bosuil slaapt en broedt in boom op erf, haas en fazant in de boomgaard, boerenzwaluw in schuur, de laatste jaren broedende krakeend.
Jaap Graveland, Hollands en Utrechts laagveengebied
Waar precies?
Het gaat om een grote streek die alle veengronden van West-Nederland beslaat. Grote kernen zijn de Zaanstreek in Noord-Holland, het Groene Hart tussen Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht en het Utrechtse Eemland. De streek omvat steden als Amsterdam, Delft, Gouda, Alphen aan den Rijn, Woerden en Utrecht Leidsche Rijn.
Ten noorden van de streek bevindt zich de zeeklei van de streek West-Friesland, ten westen de Kalkrijke Hollandse duinstreek, ten oosten de streek Centrale Stuwwallen en ten zuiden de streek Laaglandrivieren. Bij de grens met die laatste bestaat onderlinge overlap, bijvoorbeeld op vochtige komgronden met veen op rivierklei in het rivierengebied (zoals de Alblasserwaard en de Krimpenerwaard) – of juist de smalle strook met kleiige oevers langs de Leidsche Rijn, die we tot het laagveengebied rekenen. Je kunt je daar dus door beide streken laten inspireren.)
Icoonsoorten van Hollands en Utrechts laagveengebied
Een echte icoonsoort voor de streek is de prachtig bloeiende forse moerasplant heemst. Deze kan ook tegen wat brak water en komt naast het Hollandse laagveengebied ook voor in de Zuidwestelijke delta.
Soorten als Spaanse ruiter, blauwe knoop en klokjesgentiaan komen heel lokaal nog voor in beschermde en onbemeste natuurgebieden. Andere, meer algemene, maar voor de streek kenmerkende bloeiers zijn onder andere zwanenbloem, gevleugeld hertshooi, moerasspirea, knoopkruid, rode klaver, echte koekoeksbloem, gewone brunel, pinksterbloem, moerasrolklaver, veldlathyrus, kale jonker en rietorchis.
Icoonbij voor het gebied is de zeldzame rietmaskerbij, die lokaal nog voorkomt in het Eemland en de Zaanstreek. Het is een wonderlijke bij vanwege de nestvoorkeur: de rietmaskerbij nestelt uitsluitend in oude gallen in rietstengels die gemaakt zijn door halmvliegen. Geen riet, geen halmvliegen. Geen halmvliegen, geen rietmaskerbijen. De bij bezoekt voor stuifmeel onder andere kale jonker, akkerdistel, kattenstaart en gewone engelwortel.
Bijzondere bijensoorten die je in een bloemrijke tuin in het laagveengebied kunt aantreffen zijn onder andere de roodsprietwespbij en bonte viltbij – en als je wat scherpe of kruipende boterbloem hebt staan ook de ranonkelbij (die nestelt in holten en stengels met kleine diameter).
Icoonvlinders voor de streek zijn de vuursteenvlinder, grote beer en argusvlinder. De laatste kun je ’s zomers met geluk aantreffen in een kruidenrijke tuin en is voor de rupsen afhankelijk van overblijvende grassen als glanshaver, zwenkgras of beemdgras. De vuursteenvlinder heeft braam en framboos als waardplant en de prachtige zwart-blauw-wit-oranje grote beer kan onder andere eitjes afzetten op ossentong, paardenbloem en wilg.
De streek is dichtbevolkt en sinds de ruilverkaveling is de melkveehouderij er grootschaliger geworden. Oude elzensingels, knotwilgoevers, grienden en andere hakhoutbossen zijn dus vaak verloren gegaan. Toch bestaan er verspreid over het Hollands-Utrechtse laagveengebied nog wilde (‘autochtone’) populaties van schietwilg, grauwe wilg, laurierwilg, katwilg, gewone vlier, gewone vogelkers, Gelderse roos, zwarte bes, sporkehout, es en els – waarmee gelijk een ruime keuze bestaat bij de aanleg van ecologische streektuinen.
Flora
Fauna
Wat betekent dit voor jouw tuin?
Als jij met jouw tuin een stapsteen wilt toevoegen aan de unieke natuur van het oorspronkelijke veenweidegebied heb je een ruime keuze uit weidebloemen en bloeiende moerasbloemen. Sta wel goed stil bij het vochtgehalte in je tuin. Woonwijken zijn vaak op drogere grond aangelegd dan het omringende land. In wat drogere tuinen zullen streekeigen weidebloemen (zoals bijvoorbeeld knoopkruid, boterbloem en brunel) beter aanslaan dan de vele moerasbloemen die de streek rijk is.
Om toch ook van die oeverbloemen te kunnen genieten, zou je een los moeras kunnen aanleggen. Ook een visvrije vijver met zo min mogelijk voedingsstoffen (dus bijvoorbeeld zonder vijveraarde) kan veel extra leven aantrekken naar je tuin, waaronder libellen en amfibieën.
De natuur in het laagveengebied is van oorsprong voedselarm, maar sterk aangetast door stikstofvervuiling. Om je tuin daarvan te vrijwaren, is het belangrijk zelf geen extra stikstofbronnen zoals tuinaarde of gazonmest toe te voegen. En bij de aanleg van een bloemenweide is het belangrijk om verschralend te maaien – dat wil zeggen het maaisel (met daarin een aandeel stikstof) structureel af te voeren. Dat zorgt op termijn voor een goede verhouding tussen grassen en bloeiende kruiden.
Bloemenweide maken?
Bestel Hollands en Utrechts laagveengebied-streektuinmengsel
De inheemse kwekerij Cruydt-Hoeck heeft samen met Streektuinen.nl voor elk van de 25 streken een apart mengsel ontwikkeld van bloeiende kruiden die goed passen in de bewuste streek, en tot hun recht kunnen komen in tuinen.
Verhalen uit Hollands en Utrechts laagveengebied
Wij willen heel graag meer verhalen gaan vertellen (in tekst en beeld) over icoonsoorten en andere unieke natuur per streek, over individuele streektuinen, en wellicht ook Streektuindagen organiseren waarbij jullie bij elkaar op bezoek kunnen gaan voor inspiratie. Meld dus vooral je tuin aan. Je kunt dan als je dat leuk vindt ook iets vertellen over jouw tuin!
Geweldig nieuws: Cruydt-Hoeck maakt nog dit zaaiseizoen alle streektuinmengsels beschikbaar – eerste streken kunnen vandaag al aan de slag!
Hou jij van ecologisch tuinieren? Je bent niet alleen! Tienduizenden Nederlanders helpen elkaar in Facebookgroepen
Kattenstaart: een prachtige moerasplant voor in de tuin (zeker als je in het rivierengebied woont)
Kom op 9 november ook naar het Heggenfestijn in Wijhe (en ga met plantgoed naar huis)
Komende winter een boom of struik planten? Hier zie je welke (ecologisch waardevolle) soorten thuishoren in jouw streek!
Ook genieten van slobkousbijen in je tuin? Dan heb je deze vochtminnende plant nodig
Voeg jouw tuin toe aan Hollands en Utrechts laagveengebied!
Door mee te doen voeg je een klein natuurgebiedje toe aan jouw straat, kun je vier seizoenen per jaar genieten van een levende tuin – en versterk je de unieke biodiversiteit van jouw streek, door een klein leefgebied te creëren voor kenmerkende planten en dieren.