Limburgs heuvelland

Als je een ecologische tuin wilt beginnen in Zuid-Limburg dan bof je. De streek heeft de hoogste diversiteit van wilde bloemen, struiken en insecten van heel Nederland. Dat komt door de geologie, maar ook door de mens – daar komen we zo op.

Voor de puristen: eigenlijk is Zuid-Limburg geen heuvelland, maar ‘een plateau met dalen’. De bovenkant van dat plateau is misschien nog het meest opmerkelijk. Het gaat daar namelijk om een oude rivierafzetting. Dit rivierplateau wordt ook wel aangeduid als het hoogterras van de Maasvallei. Maar de grindafzettingen zijn in dit geval niet afkomstig van de Maas, maar van de oer-Rijn.

Daaronder ligt een dik pakket kalksteen, dat zichtbaar wordt waar door erosie van beken en droogdalen hellingen zijn ontstaan. Die insnijding komt door geologische processen die de bodem (en daarmee de oude gesteenten én de riviergrinden) omhoog drukken. In het kalksteen bevinden zich grote vuursteenbanken. In de laatste ijstijden is door de wind bovendien nog een laag löss afgezet. Dit is een extra fijne vorm van leem – die vooral bovenop het plateau op veel plekken de bodem bepaald.

Waartoe dient deze opsomming? Om uit te leggen dat Zuid-Limburg uniek is. Veel Nederlanders denken dat Zuid-Limburg uniek is voor Nederland, maar normaal voor Europa (‘waar je overal heuvels tegenkomt’). In werkelijkheid is de gecombineerde invloed van grote rivieren, ijstijden, kalksteen en vuursteen ook voor Europese begrippen heel zeldzaam – en dat is een van de redenen dat Zuid-Limburg een hotspot is voor biodiversiteit. Zo wisselen van oorsprong zure en zeer kalkrijke milieus elkaar af – en als biodiversiteit ergens van houdt, dan is het wel landschappelijke variatie.

Daar komt ook de mens om de hoek kijken – dat wil zeggen de biologische boeren van Zuid-Limburg die voor de industrialisatie van de landbouw het oorspronkelijke boerenland beheerden. Die menselijke invloed heeft de landschappelijke variatie in Zuid-Limburg nog verder vergroot en daarmee vermoedelijk ook de soortenrijkdom van natuurlijk leven.

Bovenop het plateau bestond een heischraal milieu met schapenbegrazing. Op de hellingen stond een duizenden jaren oud hakhoutbos, afgewisseld met graften en kalkgraslanden met de hoogste soortenrijkdom van bloeiende kruiden van heel Nederland. In de beekdalen stonden koeien tussen heggen en onder hoogstamboomgaarden. Met recht: een paradijs – en een walhalla voor biodiversiteit.

Ook in Limburg is dit landschap sterk aangetast door bevolkingsgroei, overbemesting, schaalvergroting en grootschalig gebruik van landbouwgif. En toch is er voor Nederlandse én Europese begrippen nog heel veel van de oorspronkelijke rijkdom bewaard gebleven. En hoe mooi is het om die rijkdom te koesteren door een extra streektuin aan te leggen, en zo een stapsteen te vormen voor de Zuid-Limburgse biodiversiteit.

Ecologisch tuinieren geeft mij veel plezier. In het voorjaar geniet ik van de citroenvlinders, dankzij de sporkehout die mijn zwager achter in de tuin heeft geplant.

Waar precies?

De streek Limburgs Heuvelland laat zich goed begrenzen op de landkaart. Het is eigenlijk volledig Zuid-Limburg vanaf Sittard naar het zuiden. In het westelijk deel loopt daar de Maasvallei doorheen. De laagste gronden rekenen we hier tot de Limburgse Maasstreek. Ook op de westoever (bij Maastricht en de Sint-Pietersberg) komt het kalksteen boven dit rivierdal uit – en rekenen we het gebied weer tot de streek Limburgs Heuvelland.

Voeg jouw tuin toe aan Limburgs heuvelland!

Icoonsoorten van Limburgs heuvelland

Hierboven is uitgelegd waarom het Limburgs Heuvelland een hotspot is voor biodiversiteit. Het uitzoeken van icoonsoorten is vervolgens een bijna willekeurige greep uit een grote berg kandidaten. Bijvoorbeeld de Europese hamster (korenwolf) die thuishoort in het oorspronkelijke kleinschalige en biologische akkerland van de lössgronden. Of de hazelmuis en al even zeldzame eikelmuis, twee soorten slaapmuizen (‘mini-eekhoorns’) die leven in kalkrijke hellingbossen met een rijke en gevarieerde ondergroei. En we kunnen ook de sterk bedreigde vuursalamander niet onvermeld laten.

Een andere Limburgse icoonsoort – en gelukkig een nieuw succesverhaal – is de boshommel, een soort die een voorkeur heeft voor gevarieerde heggenlandschappen met een rijk aanbod aan klaversoorten en andere bloeiende kruiden, en voor bosranden met bijvoorbeeld witte dovenetel. Ooit was de boshommel in heel Nederland een algemene soort, die met het inzetten van de ruilverkaveling echter plotsklaps volledig verdween. In het Geuldal is de hommel sinds 2021 weer op eigen kracht teruggekeerd – een bekroning op het landschapsherstel ter plekke.

Andere echt streekeigen (en zeldzame) icoonbijen van het Limburgs Heuvelland zijn de blauwe zandbij (Itteren en Sint-Pietersberg, die je ecologische tuin kan bezoeken als je daar kruisbloemigen zoals mosterd, koolzaad of herik in bloei hebt) en de iets algemenere glimmende zandbij, die in het voorjaar houdt van mosterd en herik en ongemaaide gazons met paardenbloemen en in de zomer van wilde peen.

Dan zijn er de kleine slanksprietmaskerbij (rond Maastricht) en de schoorsteengroefbij. Dat is een heel bijzondere sociale soort met koningin en een aantal werksters die in leem kleine nesten bouwt met schoorsteentjes. De bij is voor het laatst waargenomen bij Wahlwiller. Dan zijn er nog de dwerggroefbij en zuidelijke dwerggroefbij, witte rouwbij, langsprietdwergwespbij, zeer zeldzame soorten die voorheen nog op een paar andere plekken voorkwamen in Nederland, maar nu beperkt zijn tot kleine populaties in Limburg.

Daar staat tegenover dat wilde bijen die elders in Nederland zeldzaam zijn in het Limburgse heuvelland nog in grotere aantallen gevonden kunnen worden. Denk daarbij aan de zuidelijke klokjesbij, donkere klokjeszandbij (die je tuin kunnen bezoeken als je daar bijvoorbeeld het typisch Limburgse ruig klokje hebt staan), de schermbloemzandbij, zuidelijke langhoornbij, kortsnuitbloedbij, Texelse zandbij, slangenkruidbij.
gouden slakkenhuisbij, gedoornde slakkenhuisbij,

De aanwezigheid van slakkenhuisbijen zegt iets over de beschikbaarheid van lege slakkenhuizen, waar ze hun nestcellen in maken – bij voorkeur in grote exemplaren, zoals de huisjes van de wijngaardslak. Ook voor kleinere slakkensoorten zijn de kalkrijke hellingbossen een waar walhalla, van bosloofslakken en heideslakken tot diverse soorten clausilia’s, kleine slakken met gedraaide hoorntjes.

De bijenrijkdom getuigt nog van iets anders: de zeer hoge rijkdom aan bloeiende kruiden, met name op de kalkgraslanden en kalkrijke bermen langs de hellingen. In het voorjaar bloeien daar onder andere wilde akelei en gulden sleutelbloem, en later mengen zich ook de bloemen van bijvoorbeeld, beemdkroon, duifkruid, kleine pimpernel, kleine ratelaar, betonie, borstelkrans, wilde marjolein en grote tijm, en bijvoorbeeld hartgespan en ruig klokje in bermen en zomen met wat halfschaduw.

Samen met het kalkrijke stroomdal van de Limburgse Maas is het Limburgse heuvelland ook de enige plek in Nederland waar de heerlijk geurende witte munt vrij algemeen is. En wat zeldzamere soort van het Limburgse heuvelland is bijvoorbeeld wild kattenkruid, en dan zijn er ook nog twee kenmerkende distelsoorten voor de kalkgraslanden: driedistel (die ook in de kalkrijke duinen voorkomt) en aarddistel – een zeer laagblijvende paarse distel die in Nederland uitsluitend in het heuvelland voorkomt.

De bijzonderste wilde boom van Zuid-Limburg is de zomerlinde. Het is vermoedelijk de enige plek in Nederland waar deze nog uit een wilde (tienduizend jaar oude!) populatie voorkomt, en in sommige hellingbossen ook nog in flinke aantallen. Daar wordt de zomerlinde vergezeld door de ecologisch al even belangrijke wilde winterlinde, die in iets grotere aantallen voorkomt.

Een andere echte icoonsoort voor Zuid-Limburg is de gele kornoelje. Er komen er een paar voor in de zuidwestelijke duinstreek, maar Zuid-Limburg is de belangrijkste groeiplaats voor deze vroege voorjaarsbloeier met eetbare bessen.

Zuid-Limburg is ook de enige plek waar de ‘wilde gewone esdoorn’ voorkomt. Voorts heeft Limburg z’n eigen roos, de zeer lang en dun rankende bosroos – ideaal om te geleiden langs een pergola, muur of tuinhek.

Verder staan er in de streek belangrijke wilde populaties van onder andere eenstijlige meidoorn, sleedoorn, hondsroos, beklierde heggenroos, egelantier, rode kornoelje, wilde kardinaalsmuts, wilde liguster, hazelaar, bosaalbes, wilde kruisbes, haagbeuk en boskriek (zoete kers). In steile hellingbossen komen bovendien honderd jaar oude exemplaren van bosrank voor, met gigantische verhoute lianen. Een andere echte icoonstruik voor het heuvelland is het rood peperboompje, dat van nature voorkomt in de mantel (met voldoende lichtinval) van hellingbossen.

Dan heeft Zuid-Limburg tot slot nog een heel bijzonder en uiterst zeldzaam dwergstruikje: de berggamander, een lipbloemige met verhoute stengels – waarvan dankzij een reddingsactie nog een paar planten bestaan op kalksteenrotsen bij de Bemelerberg in Maastricht. Ook in aangrenzend België komt de soort voor, maar is daar eveneens zeer zeldzaam.

Flora

Aarddistel
Aarddistel
Beemdkroon
Beemdkroon
Betonie
Betonie
Borstelkrans
Borstelkrans
Bosrank
Bosrank
bosroos
Bosroos
driedistel
Driedistel
Duifkruid
Duifkruid
Gelderse Roos
Egelantier
Gele kornoelje
Gele kornoelje

Fauna

boshommel
Boshommel (v)
Houdt van witte dovenetel
breedbandgroefbij
Breedbandgroefbij (v)
donkere klokjeszandbij f IMG_6002ts92tr Andrena pandellei f_resize
Donkere klokjeszandbij (v)
Houdt oa van het ruig klokje
gedoornde slakkenhuisbij
Gedoornde slakkenhuisbij (v)
gouden slakkenhuisbij
Gouden slakkenhuisbij (v)
slangenrkuidbij
Slangenkruidbij (v)
Houdt van slangenkruid
Texelse zandbij
Texelse zandbij (v)

Wat betekent dit voor jouw tuin?

Begin in het Limburgs heuvelland een ecologische tuin en eigenlijk kun je achterover leunen en beginnen met genieten – zo veel bijzondere planten, bijen en andere soorten leven er in de omgeving, en zullen dan ongetwijfeld ook jouw tuin vinden.

 

Maar het is natuurlijk extra leuk om je te richten op de meest iconische natuur van de streek, bijvoorbeeld door een bloemenweide aan te leggen die is geïnspireerd op de beroemde kalkgraslanden, met soorten als duifkruid, betonie en grote centaurie. Ook met bloeiende struiken heb je een zeer brede keus, maar het leukst is het natuurlijk om onder andere te werken met echte Zuid-Limburgse specialiteiten als de gele kornoelje en bosroos.

Het maakt wel nog enig verschil of je tuin op een helling of in een dal ligt, of bovenop een plateau, zoals het Plateau van Margraten of het gebied rond en ten zuiden van Geleen. Boven op het plateau zal de ondergrond hoogstwaarschijnlijk bestaan uit löss of oude rivierafzettingen. Deze bodem bevat enige kalk, maar niet zoveel als de bodems op hellingen en in dalen, waarin verweerde kalksteen aanwezig is.

Die zeer kalkrijke bodems lenen zich (bij structureel ‘verschralend’ maaien, waarbij overtollig stikstof met het maaisel wordt afgevoerd) het beste voor de ontwikkeling van uitbundig bloeiende kalkgraslanden – terwijl de bodems bovenop het plateau zich bij zeer lang verschralen kunnen ontwikkelen tot eveneens zeer soortenrijke heischrale graslanden.

Bloemenweide maken?

Reserveer hier Limburgs heuvelland-streektuinmengsel

De inheemse kwekerij Cruydt-Hoeck heeft samen met Streektuinen.nl voor elk van de 25 streken een apart mengsel ontwikkeld van bloeiende kruiden die goed passen in de bewuste streek, en tot hun recht kunnen komen in tuinen.

Verhalen uit Limburgs heuvelland

Wij willen heel graag meer verhalen gaan vertellen (in tekst en beeld) over icoonsoorten en andere unieke natuur per streek, over individuele streektuinen, en wellicht ook Streektuindagen organiseren waarbij jullie bij elkaar op bezoek kunnen gaan voor inspiratie. Meld dus vooral je tuin aan. Je kunt dan als je dat leuk vindt ook iets vertellen over jouw tuin!

Kom op 9 november ook naar het Heggenfestijn in Wijhe (en ga met plantgoed naar huis)

Passen er nog wat struiken in je voortuin? Zoek je een mooie biodiverse afscheiding langs je erf? Of zet je je graag in voor heggenherstel op landschapsschaal? Kom dan op...

Tuinen in deze streek

Braamtuin

De tuin is lang en smal (100 meter diep bij 10 meter breedte), met een hoogteverschil van 7 meter oplopend....

Refugium

Wild. Er zijn enkele niet inheemse planten, lang geleden geplant zoals de vlinderstruik. Prioriteit voor inheemse planten, en insecten. Beheer...

Lokale initiatieven