Nadat we het gras een paar jaar terug grotendeels hebben weggeplukt, is de tuin een bron van verrassingen: wilde kardinaalsmuts, heelblaadje, koninginnenkruid, teunisbloem en een wegedoorn hebben zichzelf geplant, en elk jaar weer verbaasd wat er verder opkomt. Van alles door elkaar maar het eerste jaar vooral een tuin vol klaprozen, daarna enorm veel margrieten, toen een jaar vol borage, en dit jaar vooral robertskruid. En daar tussendoor heel veel prachtige akelei, en nu ook kaasjeskruid. De paar niet-inheemse planten (Oost-Indische kers, Agapanthus, een paar verdwaalde gladiolen) staan daarbij niet in de weg. Alleen het driekantig look probeert elk jaar opnieuw de tuin over te nemen. De vijf (!) zaailingen van de door de buurman helaas gesloopte paardenkastanje moeten snel een andere plek gaan vinden – daar is de tuin (achtertuin bij rijtjeshuis) te klein voor