Heggen van gekregen en gevonden bomen en struiken vormen de basis. Zoveel mogelijk inheems en zoveel mogelijk soorten die weinig onderhoud en watergeven nodig hebben.
Zo staat er bijvoorbeeld een stukje eikenheg van in een rij gezette zaailingen van de oude eiken in de buurt. Er stond al veel hedra die netjes bij- en kleingehouden werd door de vorige bewoners. Door deze te laten doorschieten is het een waar insecten paradijs in de nazomer.
Een klein vijvertje met allerlei bij elkaar geprokkelde soorten bruist van het leven. Er staat: watermunt, kleine watereppe, moerasspirea, penningkruit, waterzuring, boswilg, zwarte els, gele lis, kikkebeet, hoornblad, kranswier, … Dit trekt allerlei insecten amfibieën en andere dieren aan. Allemaal op een paar vierkantemeter.