Toen we vijf jaar geleden onze huidige woning betrokken, troffen we een
volledig versteende achtertuin. Het leek meer op een parkeerplaats dan op
een tuin. Dat moest anders. Dus tegels eruit en planten erin:
beemdooievaarsbek, Robertskruid, wilde marjolein werden aangeplant en we
zaaiden bloemenmengsel met onder andere brunel, echte koekoeksbloem, en
knoopkruid. Het is verbazingwekkend hoe snel een stenentuin weer een
natuurlijke oase is. Al in de eerste zomer zagen we het resultaat. Wat aan
planten aanwaait, laten we staan en zo is de tuin verrijkt met kaardebollen,
koninginnenkruid en kattenstaart.
Niet alleen de bloemen kwamen terug. Ook insecten, hommels, bijen,
zweefvliegen, vlinders en zelfs een enkele libel en kikkers vonden hun weg
naar onze tuin. En daarmee ook de vogels: merels, spreeuwen, (heel veel)
mussen, kauwtjes, duiven, puttertjes, mezen weten onze tuin te vinden. ‘s
Winters komen ook de ekster, de gaai en de roodborst langs .
Een tuin met geur, kleur en gezoem, een vogel en insectenparadijs van 60m2.