We hebben een brede inheemse struweelhaag aangelegd rond een kleine schapenweide vol kruipende boterbloem. Die haag bestaat onder andere uit eenstijlige meidoorn, lijsterbes, sporkehout, hazelaar, inheemse vogelkers, brem, wilde liguster, meerdere soorten wilgen en natuurlijk dé Vechtdalspecialiteit: de sleedoorn (autochtoon plantgoed, opgekweekt uit wilde populatie). In de struweelhaag staan daarnaast nog meerdere wilde rozensoorten, waaronder een andere streeksoort, de egelantier.
Rond het huis hebben we een bloementuin, met een mix van inheemse en siersoorten en nog een paar streekspecialiteiten, zoals grote tijm, steenanjer en in de lente akkerhoornbloem. En onlangs hebben we een zakje gezaaid van Cruydt-Hoecks Streektuinmengsel van het Vechtdal. Tot slot nog een tuintip: veel van deze (streek)soorten zijn kalkminnend. Om een goede groeiplek te creëren, hebben we delen van de tuin bekalkt.