Ook de grote kattenstaart staat alweer een tijd in bloei. Het is een bijzondere plant, want in Nederland het enige lid van de kattenstaartfamilie. Toch lijkt de bloemvorm in de verte wel een beetje op een lipbloemige. Dat denkt in elk geval deze tuinbezoekende grote wolbij op de bijgevoegde foto. Dat is een wilde bijensoort die verder vooral graag vliegt op lipbloemige soorten als betonie en moerasandoorn.
Grote kattenstaart is een schitterende vochtminnende tuinplant voor wie een vijver, moeras, wadi of slootkant heeft. Ook vlinders bezoeken de hoge paarse bloemtrossen graag om even wat nectar bij te tanken.
Toch is de echte bekroning voor kattenstaart een bestuiver die volledig afhankelijk is van de unieke samenstelling van het stuifmeel: de kattenstaartdikpoot.
Die bij is een stuk minder algemeen dan de waardplant. De grootste kans op een tuinbezoek heb je als je in het rivierengebied woont, van de Limburgse Maas tot de IJssel in het oosten – en de laaglandrivieren in het westen. Ook in de zuidelijk deel van de veenweiden van het Groene Hart komt de soort voor, net als langs kattenstaartoevers in de Weerribben. Tot slot komt de soort lokaal voor langs beken in Noord-Brabant en bijvoorbeeld de Regge in Overijssel.
Eén enkele plant kattenstaart is niet genoeg voor een populatie: de vrouwtjes van de kattenstaartdikpoot hebben flinke hoeveelheden van het kattenstaartstuifmeel nodig: om één broedcel van voldoende voeding te voorzien, moeten ze maar liefst 245 van de prachtige paarse bloemen bezoeken. Daarvan zitten er gelukkig wel een groot aantal aan één stengel.