Jochem Kühnen ontdekt 2500ste soort in hoektuin bij Nijmegen! Maar is het een kever of een mot?

In een dorp achter Nijmegen ontkurkten Jochem en zijn vrouw zondagavond een fles (alcoholvrije) champagne. Ze toastten op een indrukwekkende mijlpaal, die voorlopig geen tuin in Nederland ze kan nadoen: 2500 waargenomen soorten. Wonen ze op een landgoed? Nee. Ze wonen in een typisch Nederlands rijtjeshuis met een bescheiden hoektuin – maar dan wel één vol met inheemse planten. Daarover zo meer.

Hier eerst het verhaal over een waterkever die misschien tóch nog een schietmot wordt. Verderop lees je over andere memorabele waarnemingen én nog speciaal enkele aanbevelingen voor alle streektuiniers van Jochem, die we zelf nog even spraken naar aanleiding van de indrukwekkende mijlpaal.

De eer voor de 2500ste tuinsoort valt (vooralsnog) aan een klein waterroofkevertje, dat alleen een wetenschappelijke naam heeft: Hydroglyphus geminus. Het is niet onlogisch dat de soort in Jochems tuin leeft. Naast een overdaad aan inheemse planten is er ook een visvrije vijver, waar zeer uiteenlopende waterkevers in leven (die overigens vaak óók kunnen vliegen).

Toch had het maar een haartje gescheeld of het was een heel andere soort geweest, vertelt Jochem. Maar daarvoor moeten we even een stap terug doen. Jochem houdt al jaren een tuinlijst bij op Waarneming.nl. Die lijst werd onbedoeld groter en groter, en ging zo naar 500 en toen door naar 1000 soorten. De mijlpaal van 2000 soorten werd in januari 2023 bereikt. En toen de 2500 de afgelopen dagen in zicht kwam, nam de spanning wel toe, zegt Jochem.

“Als het aantal soorten er nog tien vanaf is, begint het toch wel te kriebelen… En toen ik er nog maar één moest, ging ik extra goed zoeken in de tuin – maar dat viel nog niet mee. Omdat het zondag een zwoele avond was, besloot ik nog even mijn nachtvlinderval aan te zetten. De blacklight-lamp begon al snel allerlei kleine vliegjes en mugjes aan te trekken, maar daarvan kan ik de meeste niet op naam brengen. Pas toen er wat schietmotten verschenen kwam de kans op een nieuwe soort voor de tuinsoortenlijst in beeld.”

“Een fraaie, glimmend zwarte schietmot met lange antennen kwam me niet bekend voor. Ik maakte een paar foto’s met mijn speciale macrolens en ging snel binnen op de computer op zoek naar welke soort het was. Mystacides azurea, dat moest ‘m zijn! De 2500ste tuinsoort! Samen met mijn vrouw dronken we er een glaasje alcoholvrije bubbels op.”

Strenge spelregels en reservesoorten

Maar zoals altijd blijft de teller draaien. Toen Jochem de lamp weer uit wilde zetten, ontdekte hij nog drie andere nieuwe tuinsoorten: het waterroofkevertje, de kruissmalkop (Panagaeus cruxmajor) en een 5 millimeter groot duikerwantsje, dat een Zwartvoetje (Sigara lateralis) moest zijn.

En dat was maar goed ook. Jochem gaat namelijk heel secuur te werk. En bij nadere inspectie kon toch niet met zekerheid gezegd worden of die ene schietmot daadwerkelijk Mystacides azurea of een verwante Mystacides-soort was. En zo lang die onzekerheid bestaat, telt een waarneming niet mee voor Jochems tuinlijst!

Zo ging de schietmot er tussenuit, en schoof ons kevertje naar het gelauwerde plekje eronder.

Kruissmalkop in tuin Jochem Kühnen
De kruissmalkop, nu op plek 2501. Foto: Jochem Kühnen.

Misschien toch ook nog een moment stilstaan bij tuinsoort nummer 2501? De kruissmalkop is vrij algemeen en heeft in de omgeving van Nijmegen een van de bekende leefgebieden. Toch laat de 8 millimeter lange loopkever zich zelden zien. Daarvoor moet je speuren in de vochtige strooisellaag, waar de nachtactieve kever zich overdag schuilhoudt.

Ook voor deze kever is het niet onlogisch dat de soort in Jochems tuin leeft. Kruissmalkoppen hebben een voorkeur voor oeverzones, zoals de moerasvegetatie langs de vijver in Jochems tuin – waar ze zich ś nachts vermoedelijk onder andere voeden met kleine (moeras)slakken, zoals barnsteenslakken. ’s Winters graven de volwassen kevers zich bijvoorbeeld in tussen de wortels van wilgen, die eveneens in Jochems tuin staan.

Behoefte aan bewegend beeld van Jochems tuin? Bekijk hier onze speciale Streektuinvideo:


Hieronder gaan we nog even verder over Jochems tuin – en laten we hem vooral zelf aan het woord:

Wat zie jij als de succesformule van jullie tuin?

“De succesformule is met stip op één het inrichten van de tuin met bijna alleen maar inheemse planten. Ik kan niet genoeg benadrukken hoeveel waarde dit heeft voor biodiversiteit. Zo veel bloemen, bladeren, vruchten, zaden en stengels worden door allerlei specialistische diersoorten gebruikt!”

“Verder de tuin niet winterklaar maken, hooguit ergens in de zomer oude stengels weghalen en ergens in een hoekje bundelen. En zo veel mogelijk hergebruiken. Geef snoeihout een plek. Dood hout in verschillende stadia creëert allerlei verschillende biotopen.”

“De aanwezigheid van water zonder vissen is ook een succes voor een enorme rijkdom aan waterleven. Als je bijen wil helpen, zorg dan voor veel verschillende families wilde planten. Veel soorten bijen nestelen in de grond, her en der een kaal stukje grond kan dus zeker geen kwaad. Zorg ook voor holle stengels van uiteenlopende diameters. In de kleinste holtes nestelen allerlei bijzondere solitaire wespjes!”

Is er nog iets dat je zou willen meegeven aan andere Streektuiniers?

“Kijk niet alleen naar de soort, maar ook naar het geheel. Het is zeker leuk om met een app beestjes op naam te kunnen brengen, maar controleer ten eerste wel altijd of het klopt – en probeer vervolgens vooral ook iets te weten te komen, zoals de levenswijze of relaties met andere soorten.”

Over dat laatste onderwerp heeft Jochem ook een boekentip: de 5-delige serie Nederlandse Oecologische Flora aan, van Eddy Weeda en mede-auteurs. “Het is echt een aanrader! Het leest zeer prettig en er staat van alles in over planten en hun relaties.”

Top-10 waarnemingen

Gevraagd naar zijn meest memorabele tuinwaarnemingen heeft Jochem een top-10 met prachtige anekdotes voor ons samengesteld, die in 2008 begint met zijn lievelingsvogel, de gierzwaluw – en het eindigt bepaald niet met een streeksoort, maar een exotisch insect dat vermoedelijk met vakantiegangers is meegereisd:

  1. Direct nadat we in 2008 in dit rijtjeshuis in Beek-Ubbergen kwamen wonen heb ik nestkasten voor de gierzwaluw opgehangen. Door ze met geluiden te attenderen op de leegstaande nestruimte heb ik in 2010 de eerste vogels kunnen aantrekken. Sindsdien komen er ieder jaar gierzwaluwen naar ons huis. Het aantal nestkasten is flink gegroeid en het aantal paartjes is in de loop der jaren gegroeid tot 18 in 2024. Gierzwaluwen zijn een passie van me. Het is met afstand mijn favoriete tuinsoort, want was is het enorm genieten van deze werkelijk majestueuze vliegers rond ons huis! De meeste nestkasten zijn voorzien van een camera. Het jaarlijks terugkeren van paartjes naar hun vertrouwde nestplaats en het zien opgroeien van jongen is echt geweldig en zal nooit saai worden!
  2. Onlangs werd er een bruine rat gedood door de huiskat van de buren. Ik heb niet vaak ratten in de tuin en heb er nog nooit last van gehad. Van huiskatten heb ik wel last, want er worden bij ons ook salamanders, nachtvlinders, vleermuizen en vogels, zoals zelfs een grote bonte specht, door gedood. De rat was dood maar verder onbeschadigd blijven liggen en ik besloot er maar het beste van te maken en te volgen welke soorten op een karkas af zouden komen. Er kwamen al meteen vliegen eitjes afzetten en de kever gewone doodgraver was er ook snel bij. Maar het werd pas echt interessant toen in het karkas een kolkende massa vliegenlarven zat. Interessant, want met een zakdoek over mijn neus zag ik in de massa een zwart met rood wespje individuele vliegenlarven steken om daar eitjes in te leggen. Ik kon er een goede foto van maken en het bleek de soort Alysia manducator. Hoe zo’n wespje zich ‘staande’ kon houden tussen dat gekronkel was heel bijzonder om te zien!
  3. Eind april 2022 vond ik een grote vos die rond de geknotte boswilg in de achtertuin fladderde. Na goed zoeken vond ik ook een pakket eitjes op een jonge twijg! Ik heb de jonge rupsjes een tijdje in de gaten kunnen houden omdat ze in het begin als een groep bij elkaar blijven, maar toen ze groter waren zijn ze individueel de boom in gegaan en heb ik ze niet meer kunnen volgen. Toch gaaf! Het zien van de vlinder is voor veel liefhebbers al een mooie waarneming, maar voortplanting in eigen tuin is toch wel erg bijzonder!
  4. Een bijzonder gave waarneming blijft ook wel de vondst van het minuscule (1,2 mm) wespje Tiphodytes gerriphagus. De eerste keer vond ik die bij toeval, doordat ik met een potje een schep vijverwater had gepakt om te gaan onderzoeken op waterdiertjes. Op een blaadje kroos dat met het water mee was gekomen bleek een klein, zwart wespje te zitten. Op een Facebook-groep over wespen suggereerde een deskundige de naam, maar er moesten details bekeken worden voor zekerheid en die waren niet op de mooie foto te zien. Ik had het wespje inmiddels al vrijgelaten, dus ben ik als een gek met een hoofdlampje op, op mijn knieën meer dan een half uur lang de oevers van de vijver af gaan zoeken. Met succes! Want ik vond een wespje en kon onder mijn microscoop de prachtige richeltjes op het begin van het achterlijf bekijken. Dit wespje had nog niemand ooit in Nederland gevonden en had ik dus nieuw voor de Nederlandse fauna gevonden!
  5. In het najaar van 2020 vond ik voor het eerst zeer fraaie bladluizen op paardenbloem. Ik kende wel de groene luizen die vaak op de wortelhals van paardenbloem te vinden zijn (Aphis taraxacicola), maar deze luizen waren prachtig donker bronskleurig! Het bleek Uroleucon taraxaci. Paardenbloem is ontzettend algemeen, maar deze luizensoort wordt zeer zelden gezien, mede dankzij de verborgen levenswijze (ze zijn lichtmijdend). Na de eerste keer kon ik in verschillende jaren mooie kolonies van deze soort bekijken en fotograferen.
  6. Bijenhotels zijn bij de meeste mensen wel bekend. Leemwandjes voor bijen zijn dat niet, mede omdat ze niet kant-en-klaar te koop zijn en er wat inspanning voor nodig is. Ik heb een paar van deze leemwandjes, gemaakt door oude veilingkratten met leem te vullen en deze na uitharden op hun kant te zetten voor een verticaal wandje. In de eerste die ik ooit maakte boorde ik een paar gaten (diameter 10 mm) wat de eerste nestelende gewone sachembij heeft aangetrokken. Inmiddels heb ik ieder jaar wel van deze hommel-achtige bijen in leemwandjes nestelen. Leuk dat dat is gelukt! De leemwandjes trekken inmiddels ook de bij sachembijen parasiterende oliekever Sitaris muralis aan en één keer heeft er een gewone schoorsteenwesp aan een nestje gewerkt! Dit solitair nestelende wespje maakt een prachtig slurfje van bolletjes uitgegraven leem om het indringen van haar nest door kwaadwillenden te proberen te verhinderen. Jammer genoeg lijkt het nest niet te zijn geslaagd, ik heb de wesp niet meer terug gezien. Als het wel was gelukt was er misschien een nest-aggregatie ontstaan, wat zéér welkom zou zijn!
  7. Een tuinsoort die niet mag ontbreken is zeer kleine vliegje Pseudacteon formicarum. Voor zekerheid over de naam moet zo’n vliegje door een deskundige onder een microscoop worden bekeken. Dat heb ik eens laten doen, dus ik weet zeker dat deze soort in onze tuin voorkomt. En het is een spectaculaire, want dit worden wel eens mier-onthoofdende vliegjes genoemd. De vrouwtjes bezitten een geducht uitziende, gekromde stekel (een legboor). Pseudacteon formicarum is zo klein, dat ze op het achterlijf van een mier kunnen landen. Als dat lukt, steken ze de legboor tussen de achterlijfsegmenten van de mier en leggen daar een eitje. De larve die uit het eitje komt leeft eerst in het achterlijf van de nog levende mier. Als de larve een bepaald stadium bereikt verplaatst deze zich naar de kop van de mier. De mier overlijdt en de andere mieren brengen deze naar de ‘afvalplaats’ buiten het nest. De vliegenlarve laat enzymen vrij die de verbinding tussen mierenkop en borststuk verbreekt waarmee de dode mier dus wordt onthoofd. Een nieuw vliegje kan vervolgens de kop verlaten en aan een nieuwe cyclus beginnen. En dat gebeurt gewoon op onze stoeptegels!
  8. Omdat ik het zo’n leuke groep vindt staat er een tweede bladluis op de lijst van meest memorabele waarnemingen. Ik had gelezen over de kleine bladluizensoort Coloradoa tanacetina. Deze ongeveer 1 mm grote soort komt voor tussen de karteltjes aan de rand van bladeren van boerenwormkruid. Het was even zoeken, want vaak zijn de nog groen ook, maar nu ik eenmaal weet op wat voor plekken ze zitten kan ik ze makkelijk vinden. Dat lukt ook vaak op plekken buiten de tuin, terwijl de luizen maar zeer zelden door anderen worden gezien.
  9. Een memorabele vondst was ook die van larven van de gevlekte mierenleeuw. Aan de muur die is ingericht als insektenwand hangen een paar potten met zand waar regelmatig in wordt gebadderd door huismussen. Het zand dat ze naar buiten gooien vormt op sommige plekken een laagje waar ik in de zomer van 2021 de typische kuiltjes van een mierenleeuw in vond. Er zijn meerdere soorten en voor onderscheidende kenmerken moet je de onderkant van de larve bekijken. Ik heb er toen met een theelepeltje eentje uit een kuiltje geschept. Enthousiast ben ik met het bakje waar ik de larve in had gedaan naar mijn vrouw gegaan om deze te laten zien. Na het maken van foto’s waarop de vlekjes op de dijen van de larve te zien waren wist ik zeker dat het de gevlekte mierenleeuw betrof.
  10. In september 2010 zag mijn vrouw iets vreemds, groens bewegen tussen gras in de achtertuin. Ik zag het ook en wist niet wat me overkwam. Het was namelijk onmiskenbaar een bidsprinkhaan! Ik maakte foto’s van het dier en ben toen op zoek gegaan. Via-via kwam het antwoord van een Italiaanse bidsprinkhaan-deskundige. Het bleek de mediterrane soort Iris oratoria! Waarschijnlijk is het dier meegereisd met vakantiegangers. Geen dier dat te maken heeft met de inrichting van onze tuin, maar toch zeker een memorabele waarneming en de soort staat op de tuinsoortenlijst.
Alysia manducator, het dappere wespje.
Alysia manducator, het dappere wespje. Foto: Jochem Kühnen.

De herfst is onderweg. Maar een levende tuin staat nooit stil. Dat blijkt ook uit de tuinteller bij Jochem, die zelfs in het winterhalfjaar blijft draaien. De meest actuele versie vindt je op Waarneming.nl.

Op zoek naar meer concrete tuintips én een impressie van wat Jochem drijft om te doen wat hij doet? Dan raden we je graag nog dit beschouwende interview in Vrij Nederland aan, waarin we leren dat Jochem én zijn tuin eigenlijk heel normaal zijn.

En tot slot vindt je natuurlijk nog meer informatie over Jochems tuin in zijn speciale streektuin-pagina. Maak jij er ook een aan voor jouw tuin? Je tuin, balkon of erf aanmelden kan hier.

Meld ook jouw tuin aan!

Door mee te doen voeg je een klein natuurgebiedje toe aan jouw straat, kun je vier seizoenen per jaar genieten van een levende tuin – en versterk je de unieke biodiversiteit van jouw streek, door een klein leefgebied te creëren voor kenmerkende planten en dieren.

Deel dit

Andere verhalen

Geweldig nieuws: Cruydt-Hoeck maakt nog dit zaaiseizoen alle streektuinmengsels beschikbaar – eerste streken kunnen vandaag al aan de slag!

Inheemse zaden kwekerij Cruydt-Hoeck heeft besloten alle 25 streektuinmengsels nog dit zaaiseizoen samen te stellen. Gisteren is het mengen van de wilde planten-zaden en vullen van de eerste zakjes begonnen...

Vrolijk krantenbericht over nóg een Overijsselse streektuin (waar zaden van kaasjeskruid blijkbaar voor het oprapen zijn)

De Stentor bezocht de streektuin van Wim Waanders in Ommen. Die tuin is volop in ontwikkeling. De visvrije vijver is net nieuw aangelegd, maar bruist nu al van de waterkevers,...