Een streekeigen bloemenweide aanleggen? In deze video leggen we het stap voor stap uit (met stroomdalgrasland als voorbeeld)

Vechtdal
Kalkrijk zand

In deze voorbeeldvideo nemen we je stap voor stap mee in de aanleg van een streekeigen bloemenweide. Naast het afvoeren van overtollig stikstof geven we uitleg over het eventueel ontzuren van de bodem met extra kalk, en nog wat andere praktische tips.

We mochten meehelpen bij een tuin in het Vechtdal. Voor het beoogde resultaat laten we ons hier inspireren door de stroomdalgraslanden die van nature voorkomen langs de oevers van deze Overijsselse rivier – en gebruiken we Cruydt-Hoecks Streektuinmengsel van het Vechtdal. Zelf ook een streekeigen bloemenweide zaaien? Zoek hier het mengsel van jouw streek.

Het uitgangspunt was een grasmat die relatief voedselarm was, maar toch gesloten en nog arm aan bloeiende kruiden. Om een kaal zaaibed te realiseren, hebben we het grote middel van afplaggen ingezet, waarbij niet alleen het gras (en mos), maar ook de wortels en bovenste deel van de toplaag verwijderd zijn. Dat geeft helaas altijd een beetje schade, bijvoorbeeld aan mierennesten, maar is ook van belang om overtollig stikstof (door stikstofvervuiling) en fosfaat (een restant van lichte bemesting) af te voeren.

Voor het snijden van de plaggen gebruiken we een graszodensnijder (die je eenvoudig kunt huren). Het zware werk is vervolgens het afvoeren van de grasmatten. Het scheelt als je die een min of meer gunstige ecologische bestemming kunt geven. (In dit geval was dat de aanleg van een (voedselrijk) walletje in een aangrenzend stukje bos.)

Bekijk hier de video:

De bodem is ter plekke al sterk verzuurd (mede door decennia vervuiling met zwavel en stikstof) en de pH kan zelfs nog wat verder dalen door het afplaggen. Daarom is dat gelijk een goed moment om de bodem te bekalken.

In dit geval bekalken we zelfs fors (zo’n 300 gram per vierkante meter). Daarmee bufferen we de bodem en bootsen we een nabijgelegen natuurtype van stroomdalgraslanden na – die danken hun kalk aan winterse overstromingen met kalkrijk water.

Die kalk moet ook helpen om enkele meest kenmerkende soorten van de plantengemeenschap een goede uitgangspositie te geven. Meest bekend zijn misschien grote tijm en steenanjer, maar bijvoorbeeld ook geel walstro, knolboterbloem en (de stroomdalversie van) blauwe knoop zijn gebaat bij het ontzuren van de bodem.

Verschralend maaien en streekeigen ‘aanwaaisoorten’

Is dit de enige manier om een bloemenweide te realiseren? Zeker niet. Een andere belangrijke manier is een bestaande grasmat (langdurig) ‘verschralend te maaien’. Dat doe je door structureel maaisel af te voeren.

Bij één maaibeurt per jaar wordt in veel gevallen ongeveer evenveel stikstof afgevoerd als er door stikstofvervuiling via de lucht neerslaat. Om echt te verschralen, is dus vaak minimaal één extra maaibeurt nodig – liefst in het voorjaar. De hoeveelheid stikstof kan dan langzaam teruglopen, waarna uit de omgeving aanwaaiende bloeiende kruiden – zoals allerlei gele composieten – steeds meer kans krijgen.

Kale plekken zijn goed teken!

Als de grasmat voldoende verschraald is, kunnen er ook wat kale plekken in ontstaan. Dat is ten eerste goed nieuws voor bijvoorbeeld grondnestelende zandbijen – maar ook een kans om zelf met wat zaad enkele soorten te (her)introduceren, die het grasland spontaan niet meer zouden kunnen bereiken.

Verschralend maaien blijft ook belangrijk bij het onderhoud van de meeste bloemenweiden. Na verloop van tijd kan dat ook gecombineerd worden met begrazing door bijvoorbeeld schapen.

Zelf ook aan de slag? Veel succes – en natuurlijk een prachtig biodivers eindresultaat toegewenst!

Meld ook jouw tuin aan!

Door mee te doen voeg je een klein natuurgebiedje toe aan jouw straat, kun je vier seizoenen per jaar genieten van een levende tuin – en versterk je de unieke biodiversiteit van jouw streek, door een klein leefgebied te creëren voor kenmerkende planten en dieren.

Deel dit

Andere verhalen

‘Autochtoon’ plantgoed: wat bedoelen we daarmee en waarom is het belangrijk?

Met Streektuinen willen we op landelijke schaal aandacht hebben voor lokale biodiversiteit. Daar hoort ook oog voor lokale planten bij. Niet alleen de (per streek verschillende) rijkdom van de soorten,...

Wil jij een bijzondere streekstruik in je tuin? We geven er ruim 4000 weg (maar helaas niet overal)

Laurierwilgen in Drenthe, duindoorns in Zeeland en bijvoorbeeld de zeer zeldzame kraagroos in Zuid-Limburg: het is een greep uit de streekeigen soorten die Streektuinen de komende weken gratis gaat uitdelen...