Deltaplan: bijentuinen voor biodiversiteitsherstel in het Vechtdal

Grote tijm, blauwe knoop, grasklokje, lange ereprijs en natuurlijk de Vechtdalanjer. In 2025 gaan we er met eigenaren van tuinen en erven in Ommen en Arriën voor zorgen dat deze bijzondere en kenmerkende streeksoorten weer op meer plekken te bewonderen zijn in het Vechtdal!

We leggen kleine bloemenperken aan, grotere streekeigen bloemenweides én we planten bijzondere struiken die thuishoren in het gebied, zoals de wegedoorn, de tweestijlige meidoorn en de wilde sleedoorn. Lokaal voorkomende bijen en vlinders die afhankelijk zijn van deze planten kunnen zo weer beter door het landschap reizen.

In de eerste fase van het project zoeken we 25 tuinen in Arriën en Ommen (liefst nabij de Vecht) die een perk met bijzondere Vechtdalstruiken in de tuin willen. Voorwaarde is dat het een zonnig deel van de tuin is, en dat de eigenaren de intentie hebben deze bijzondere planten ook te behouden op die plek. Voor het najaar zoeken we bovendien 5 locaties voor een grotere bloemenweide, 50 tuinen voor streekstruiken en 3 locaties voor een grotere heg of landschappelijk struweel (steeds met bijzondere Vechtdalsoorten). Aanmelden kan via dit formulier.

Lange ereprijs langs de Overijsselse Vecht
Lange ereprijs groeit vaak langs de oevers van de Overijsselse Vecht. Een prachtige (vochtminnende) streeksoort die goed tot recht kan komen in natuurlijke, bloemrijke tuinen. Foto: Maria Kolossa.

Het project wordt mogelijk gemaakt door het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Dit is een overkoepeling van belangrijke biodiversiteitsprojecten. Voorbeelden zijn bloemrijke dijken, ecologische bermen, natuurlijke oevers en bijvoorbeeld de terugkeer van heggen. Ook groene, levende tuinen spelen hierin een rol. Streektuinen is daarom officieel partner van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel.

Streektuinen voert dit project uit met Vereniging Natuur en Milieu de Vechtstreek. Leden van deze natuurvereniging zetten zich al meer dan 50 jaar in voor vogels, zoogdieren, bijzondere planten en alle andere unieke natuur in het dal van de Overijsselse Vecht.

Grasklokjes in de Ommermars
Grasklokjes in de Ommermars: favoriete bloem voor onder andere de grote klokjesbij en de klokjesdikpoot. Foto: Maria Kolossa.

Ook Stichting Ommermars is betrokken. Dit heeft te maken met een belangrijke doelstelling: het verbeteren van de ecologische verbinding tussen beroemde, oeroude natuurgebieden ten oosten van Ommen (het Junner Koeland en het Arriër Koeland, beide Natura 2000) – en de Ommermars, een kansrijk natuurontwikkelingsgebied aan de westzijde van Ommen. De Ommermars is mede tot stand gekomen dankzij een Ommens burgerinitiatief – en inmiddels ook opgenomen in het Natuur Netwerk Nederland (NNN), een belangrijke poging om versnipperde natuur in Nederland te verbinden, zodat bijzondere soorten ook op lange termijn kunnen overleven.

Tijm en wilde rozen: unieke stroomdalnatuur langs de Vecht

Het specifieke doel van dit project is het versterken van unieke ‘stroomdalnatuur’ langs de Overijsselse Vecht. 

Stroomdalnatuur is een natuurtype met een hoge soortenrijkdom, dat van oorsprong voorkomt langs beken en rivieren. In heel Nederland is dit natuurtype met bijzondere planten en daarvan afhankelijke insecten en andere soorten zeer sterk achteruitgegaan: sinds 1960 verdween meer dan 80 procent van de Nederlandse stroomdalgraslanden.

Langs de Overijsselse Vecht komt op een aantal plaatsen nog een specifieke versie van dergelijke stroomdalnatuur voor, die gebonden is aan voedselarm, maar relatief kalkrijk zand. De plantengemeenschap bestaat onder andere uit grote tijm, steenanjer (‘Vechtdalanjer’), geel walstro, grasklokje, knolboterbloem, akkerhoornbloem, gewone vleugeltjesbloem, hondsviooltje en zeer lokaal ook kleine tijm. De iets vochtiger delen worden gekenmerkt door grote hoeveelheden blauwe knoop, aangevuld met lange ereprijs en heel lokaal ook de zeldzame muntsoort polei. Dit gaat gepaard met een grote diversiteit aan bodemleven en vliegende insecten.

Grote tijm in Junner Koeland
Veld vol met grote tijm in het Junner Koeland. Deze kenmerkende streeksoort bloeit er vaak naast bijvoorbeeld grasklokje, steenanjer, geel walstro en blauwe knoop. Foto: Maria Kolossa.

Het gebied is verder rijk aan stroomdalstruwelen. De belangrijkste soort hierin is de wilde (‘autochtone’) sleedoorn, aangevuld met streekkenmerkende soorten als bittere wilg, tweestijlige meidoorn (naast de algemenere eenstijlige meidoorn en diverse meidoornhybriden), en een groot aantal wilde rozen, waaronder naast hondsroos en beklierde hondsroos ook heggenroos, beklierde heggenroos, egelantier en zeer lokaal ook de kleinbloemige roos en de viltroos.

Groene tuineigenaren gezocht tussen Arriën en Ommen

We versterken dit natuurtype door ervoor te zorgen dat kenmerkende soorten weer over een iets groter oppervlak voorkomen. Vijftig tuineigenaren in Ommen en Arriën kunnen hiertoe een klein pakket ontvangen met tien kenmerkende streekplanten van vijf soorten: grote tijm, steenanjer, grasklokje, blauwe knoop en lange ereprijs. Het zijn stuk voor stuk prachtige bloeiers die bovendien zeer waardevol zijn voor lokaal voorkomende bestuivers.

Steenanjer in streektuin
Steenanjer (of ‘Vechtdalanjer’) in een lokale tuin. Foto: Maria Kolossa

Daarnaast worden een vijftal grotere bloemenweides ontwikkeld, waarin deze soorten samen met andere streekeigen flora tot ontwikkeling kunnen komen. Ook hiervoor zoeken we nog geschikte grond in het gebied rond Arriën en Ommen.

Bloeiende sleedoorn met wimperflankzandbij, in Junner Koeland
Bloeiende sleedoorn met wimperflankzandbij, in het Junner Koeland. Het is een van de vele bijen en andere bestuivers die in april profiteren van de sleedoornbloesems. Ook de lokaal voorkomende sleedoornpage is van deze streekkenmerkende struik afhankelijk.

Komende winter worden voor tuineigenaren vervolgens nog 25 pakketten met streekstruiken uitgedeeld, bestaande uit (minimaal) drie Vechtdalstruiken: sleedoorn, tweestijlige meidoorn en wegedoorn. En tot slot leggen we drie grotere struwelen aan, bijvoorbeeld in de vorm van heggen.

Al deze stapstenen moeten de kenmerkende planten behouden in het gebied en tegelijk leefgebied vormen voor lokaal voorkomende wilde bijen en vlinders, waaronder de sleedoornpage. Om de effectiviteit te beoordelen, zal bij een aantal van de stapstenen bijen- en vlindermonitoring plaatsvinden – aanvankelijk in elk geval in 2025 en in 2026.

Geïnteresseerd om mee te doen met dit project? Vul hier het aanmeldformulier in!

Blauwe knoop in de natuur
Blauwe knoop in het Junner Koeland – een prachtige toegift van de zomer.

In de video hieronder zie je hoe we een streekeigen bloemenweide aanleggen in het Vechtdal, met kenmerkende soorten als geel walstro, grote tijm, grasklokje, blauwe knoop, akkerhoornbloem en natuurlijk de steenanjer (ook wel Vechtdalanjer genoemd):