Van de voormalige paarden wei maakten we ruig grasland en een wilde bloementuin. Landbouwgrond vormden we om naar Kruidenrijk grasland. In de aangelegde Maasheg plantten we inheemse haagsoorten, zoals Meidoorn, Sleedoorn, Hazelaar, Beuk en Kardinaalsmuts. In de bospercelen groeien voornamelijk Eiken en Berken. Ook de Vlier is volop aanwezig.