Wij hebben een grote, wilde tuin met voornamelijk inheemse, streekgebonden planten. De inheemse planten zijn deels aangewaaid en deels aangeplant. In onze tuin hebben vogels, vlinders, bijen en andere insecten en wilde dieren voorrang. Wij komen op de tweede plaats.
Langs de sloten tussen het riet staan moerasspirea, moerasandoorn, leverkruid, grote wederik, grote brandnetel, kattenstaart, bitterzoet en gewone valeriaan. Op het veld tussen het gras raapzaad, hondsdraf, moerasrolklaver, heemst, knoopkruid, bosandoorn, vlasbekje, paardenbloemen, harig wilgenroosje, veldzuring, ridderzuring, kruldistel, speerdistel, grote klit en heelblaadjes.
Verder heb ik in de tuin onder andere dagkoekoeksbloem, beemdooievaarsbek, gewone berenklauw, kroonkruid, zevenblad, akkerkool, stinkende gouwe, smeerwortel, klein streepzaad, haagwinde (waardplant van de witte vedermot!), blauwe knoop en heksenkruid.
Voor een uitgebreidere blik in onze tuin: Luc Hoogenstein (van het boek ‘Mijn 1000-soorten-tuin’) heeft één van zijn tuinsafari’s opgenomen in onze tuin: