Noodlijdende egel heeft een aaneengesloten leefgebied nodig, met centrale rol voor groene tuinen (dus laten we daaraan bouwen!)

Hollands en Utrechts laagveengebied, Laaglandrivieren

Door schaalvergroting in de landbouw zijn egels toenemend afhankelijk van tuinen. Maar tuinen verstenen. Ze worden afgeschermd met schuttingen. Soms wordt er zelfs gif gebruikt. Diana Pak, een van de drie vaste medewerkers van Egelopvang Papendrecht wil daarom ‘niet meer alleen pleisters plakken’. Geholpen door een team van 70 vrijwilligers vangen ze in de Zuid-Hollandse plaats jaarlijks maar liefst 1200 tot 1400 verzwakte egels op. Maar wat gebeurt er als die egels weer worden uitgezet?

Egelopvangcentra zijn er in alle provincies van Nederland. Veel mensen bieden daar hun tuin aan als ‘uitzetplek’, voor de weer aangesterkte exemplaren. Die moeten terugkeren naar een geschikt leefgebied, liefst op korte afstand van de vindplaats. “Het is natuurlijk heel fijn dat mensen de egel willen helpen, door bijvoorbeeld slaaphuisjes neer te zetten en bij te voeren”, zegt Pak. “Maar voor mijn gevoel is dat pleisters plakken en kortetermijndenken.”

Het probleem? Ook veel moderne tuinen zijn geen leefgebied meer. “Ik krijg voor het terugplaatsen van een egel foto’s toegestuurd van de tuin, maar dat is dan nog steeds een versteende tuin”, vertelt Pak. “Alleen staat er ergens een slaaphuis in een hoek of wat voerbakjes op het terras. Als ik dan de kaart van de omgeving bekijk, blijkt het pal aan een drukke weg – en ontbreken ook in de verdere omgeving egelvriendelijke tuinen.”

Dat is niet wat wij uiteindelijk willen. Mijn hoop en inzet is de omgeving weer zo maken dat slaaphuisjes en bijvoeren minder nodig zijn. De bron aanpakken, in plaats van dweilen – vat Pak het samen. Hoe precies, daar komen we zo op.

Eerst even terug naar het begin. Ooit, niet veel meer dan een eeuw geleden, scharrelden egels overal door het Nederlands boerenland. De kavels waren kleiner en gescheiden door heggen, houtwallen en natuurlijke oevers. Overbemesting bestond nog niet, dus waren er overal bloeiende kruiden, volop insecten en andere voedselbronnen. Ook chemische bestrijdingsmiddelen moesten nog worden uitgevonden.

Inmiddels zijn grote delen van het buitengebied ongeschikt geworden voor egels, die voor hun overleven nu voor een belangrijk deel zijn aangewezen op dorpen en steden – voornamelijk omdat tuinen in potentie geschikt leefgebied kunnen vormen.

Toch gaat de egel nog steeds verder achteruit – en de cijfers zijn zelfs schrikbarend: ten opzichte van slechts dertig jaar geleden resteert nu nog maar zo’n dertig procent van de egelaantallen. Dat is het meest waarschijnlijke getal – egels zijn nachtdieren en ondanks allerlei telinitiatieven is de monitoring onvolledig.

Gevraagd naar de oorzaken van de achteruitgang somt Pak een lange lijst op, die ze vervolgens samenvat met twee woorden: “de mens”. Om er toch een aantal los te noemen: ten eerste grootschalig verlies aan leefgebied. Het ontklede landschap is vervolgens ook doorkruist door asfalt – waardoor grote aantallen verkeersslachtoffers vallen. (Volgens schatting van de Zoogdiervereniging eindigen in Nederland elk jaar meer dan 100.000 egellevens onder een autoband!)

Egels worden ook verstoord door klimaatverandering. Belangrijke voedselbronnen als wormen, larven, kevers, amfibieën en slakken kunnen langdurig afwezig zijn tijdens toenemende zomerdroogten. Door warmere winters maken egels een kortere winterslaap, terwijl ook dan vaak nauwelijks voedsel te vinden is. Dan zijn er nog de ongelukken met gemeentelijke bosmaaiers of bladblazers tijdens het winterseizoen – als egels bladerhopen nodig hebben! – en ook toenemend met nietsontziende robotmaaiers in tuinen. Ook loslopende honden verwonden of doden veel egels. En tot slot groeien de zorgen over blootstelling aan allerlei vormen van milieuverontreining, van slakkengif in tuinen tot PFAS-opstapeling in de voedselbronnen.

Egel Hope na uitzetten in een groene tuin
Egel Hope na het uitzetten in een natuurrijke tuin (met een grote takkenril). Lees het verhaal van deze egel hieronder. Foto: Diana Pak.

Dan nu naar hoe we de egel in Nederland kunnen behouden – en populaties misschien ook kunnen herstellen. De droom van Pak zijn levende, groene tuinen met natuurlijke schuilplekken, die aan elkaar verbonden zijn, met natuurlijke afscheidingen, zoals heggen. “Als we alle tuinen in Nederland zouden vergroenen en verbinden, dan zou dat enorme natuurgebieden kunnen creëren.” En dat alles bij voorkeur met inheemse planten, voegt Pak eraan toe. “Op die manier kan de egel ook weer zijn natuurlijke dieet nuttigen en dat komt weer ten goede van het immuunsysteem van de egel en zijn conditie.”

Bij het belang van inheemse planten worden vaak bestuivende insecten genoemd, zoals bijen en vlinders. Maar in werkelijkheid staat of valt het hele voedselweb ermee. Soortgroepen die vrijwel nooit aandacht krijgen, zoals bladluizen, galmuggen, motten of bladkevers, zijn per soort vaak volledig afhankelijk van specifieke inheemse planten (om over schimmels, een volledig rijk in de biologie, nog maar te zwijgen). En om die luizen, gallen, kevers en schimmels groeit en leeft weer een heel ecosysteem van andere soorten, van springstaartjes, pissebedden, duizenden soorten solitaire wespjes, mieren, amfibieën en vogels. Als dat geheel gezond is, gefundeerd op een rijke basis aan inheemse planten, produceert het een gevarieerde overdaad aan voedsel – óók voor egels. (Als het schaarse plantenaanbod daarentegen louter bestaat uit ‘cultivars’ en ‘exoten’, zoals hortensia’s en laurierkersen, met misschien een magnolia of palmboom – dan is dit voedselweb vrijwel afwezig – en de tuin bijna zo steriel als een volledige tegeltuin.)

Pak beklemtoont het belang van een natuurlijk en dus gevarieerd dieet voor egels. Veel mensen denken dat egels uitsluitend van slakken leven, maar om gezond te blijven hebben ze (net als veel andere zoogdieren) diverse voedselbronnen naast elkaar nodig. Daarin is onder andere een belangrijke rol weggelegd voor kevers, zegt Pak: “In het natuurlijke egeldieet horen kevers. Uit de keverschildjes halen ze een stofje dat een inwendige parasietenbestrijder is.”

Dat maakt ook bijvoeren niet ideaal. Kattenbrokjes kunnen (als er granen in verwerkt zijn) bij egels gebitsproblemen geven, en een dieet van meelwormen blijkt tot botvergroeiingen te kunnen leiden. (En hopelijk is inmiddels wel breed bekend dat schoteltjes met melk voor egels zelfs ronduit schadelijk zijn – ze horen uitsluitend water te drinken.)

Dus zijn groene tuinen het antwoord. Tuinen vol inheemse planten en dus volop voedsel, met schuilplekken als heggen, dichte klimophagen en takkenrillen, liefst met wat water – dat is voor een egel perfect, mits egels ze ook kunnen bereiken en ook verderop in de omgeving dergelijke tuinen en plantsoenen voorkomen.

Opvangcentra ook belangrijk voor educatie

Dan nog een extra woord van waardering voor alle opvanglocaties. Zij staan met hun non-stop zorg voor zieke en verstoorde egels aan het front, en maken het ook mogelijk dat egels potentieel kunnen terugkeren in geschikt leefgebied. “Alle mensen die er werken, hebben een groot hart voor de egel, en de meesten ook voor de natuur in het algemeen”, vertelt Pak. Naast de opvang en de soms zeer intensieve verzorging van vaak ernstig zieke egels, helpen de centra ook mee in educatie. “Wij willen mensen graag ook alles leren over de egel en hopen ze zo enthousiast te maken om de egel te helpen – door bijvoorbeeld hun tuinen natuurvriendelijk te maken.”

Open dag van de egelopvang in Vilsteren
Open dag van de egelopvang in Vilsteren, Overijssel. De centra spelen ook een belangrijke rol in educatie. Foto: Streektuinen.

“We proberen in die zin ook een bredere bewustwording te creëren bij mensen, ook bij kinderen. Zo hebben we tegenwoordig bijvoorbeeld ook een spreekbeurtenbox voor kinderen die gehuurd kan worden. We zien op onze jaarlijkse open dag dat egels enorm tot de verbeelding spreken, maar ook vaak onbegrepen zijn. Dus er is nog veel te leren aan het grote publiek…”

De realiteit bij de opvangcentra is overigens vaak ook hard, vertelt Pak. “We krijgen de egels natuurlijk niet voor niets in de opvang. Heel veel redden het niet, en ook dan is het kunnen helpen met vredig overgaan en verlossen van pijn en lijden een waardevol onderdeel van ons werk.”

Gelukkig levert dat werk ook prachtige succesverhalen op. Diana Pak kent er vele, maar heeft één egel die haar het meest is bijgebleven. “Egeltje 695 uit 2024 is denk ik mijn mooiste verhaal, en uiteindelijk ook een met een goede afloop. Het is de enige egel die ik ook echt een naam heb gegeven: Hope.

“Hope kwam op 3 augustus samen met zijn moeder en vier broertjes en zusjes naar de opvang. Hij was nog geen twee dagen oud. Het nest was ernstig verstoord waarbij we één jong, die te ernstig was toegetakeld, moesten laten inslapen. Moeders met baby’s zetten we altijd meteen apart in een speciaal verblijf en dan laten we ze vervolgens met rust. Door stress kan de moeder ze namelijk verstoten. Tegen de tijd dat oogjes open gaan, nemen we een kijkje. Natuurlijk houden we wel in de gaten of er gedronken wordt, als dit stopt dan grijpen we wel eerder in.”

“Na twee weken bleek Hope als enige over. Maar mama deed het goed met haar enige overblijver en hij groeide goed. Toen we het verblijf nodig hadden voor een nieuw nestje dat gebracht was, hebben we mama en Hope naar een ander verblijf verplaatst. Maar toen sloeg het noodlot toe en overleed mama. Ze gaven Hope weinig kans, maar ik gaf niet op. Ik heb hem extra liefde en aandacht gegeven en aanvullende middelen, want hij had al zoveel meegemaakt.”

Baby-egel Hope
Baby-egel Hope (toen de moeder nog leefde). Foto: Diana Pak.

“Het ging langzaam. Hij had periodes waarin hij slecht at en toonde tekenen van stress in de opvang. Maar hij groeide. In december was hij eindelijk groot genoeg om bij één van onze vrijwilligers in de tuin meer ruimte te krijgen en hopelijk minder stress te ervaren. Helaas werd hij daar ziek en was hij binnen een week weer terug in de opvang.”

“Maar misschien was dat juist zijn geluk, want na de juiste zorg en medicatie knapte hij aanzienlijk op. Hij is daarna naar een van onze buitenverblijven verplaatst en in winterslaap gegaan. En toen de lente aanbrak, ging het eten goed en was hij er eindelijk helemaal klaar voor. Ik heb toen voor hem een speciaal plekje gevonden – via Stijn Philips – in een natuurtuin in Noordeloos, en daar heb ik hem ook zelf los gelaten. Dat was echt een ‘cirkel rond’-moment. En ja, Hope herkende mij nog steeds, hij is bij mij altijd rustig geweest, toonde bij mij nooit tekenen van stress.”

“Ik krijg af en toe een berichtje van degene bij wie hij is losgelaten, ze ziet hem nog regelmatig, hoewel hij de tuin van de buren uiteindelijk interessanter vond hahaha. Tsja, het zijn en blijven wilde dieren… Hope wordt ook regelmatig gespot samen met een andere egel, dus ik hoop dat hij zijn overlevingsgenen door gaat geven!”

Egelopvang zoekt écht groene tuinen

De egelopvang van Papendrecht is een officiële wildopvang van de Dierenbescherming, waar we als Streektuinen een samenwerking mee beginnen: op termijn wil de opvang bij voorkeur alleen nog egels uitzetten in lokale streektuinen. Dus heb je al een geschikte groene tuin waarin het natuurlijk leven uit de omgeving welkom is? Meld dan vooral je tuin aan als streektuin (liefst ook als voorbeeldtuin). En heb je interesse om ook een uitzettuin te worden voor de egelopvang van Papendrecht? Meld dan ook daar je tuin aan.

Woon je in de buurt van Papendrecht en zoek je nog inspiratie voor het vergroenen (en streekeigen maken!) van je tuin? Dan heb je geluk! De streektuin van natuurfilmer Stijn Philips ligt namelijk ook in de Alblasserwaard. In onze speciale tuinvideo legt Philips onder andere uit hoe hij zijn eigen tuin geschikt heeft gemaakt voor egels. En met groot succes, want het gezin van Philips deelt de tuin met een familie egels! Samenleven is gewoon mogelijk – als we af en toe een beetje inschikken, en een paar hoekjes overhouden voor het andere leven.

Met Streektuinen zetten we ons in voor een groeiend netwerk van ecologische tuinen door heel Nederland. Daarnaast hebben we een aantal ‘buitenboordmotorprojecten’. De samenwerking met de Dierenbescherming voor egeltuinen is daar één voorbeeld van. Bekijk hier onze projectenpagina om te zien wat we samen met al onze groene partners nog meer doen.

Bekijk hieronder hoe natuurfilmer Stijn Philips van Vroege Vogels zijn eigen tuin in de Alblasserwaard tot een streektuin maakte – en leefgebied voor egels:

Meld ook jouw tuin aan!

Door mee te doen voeg je een klein natuurgebiedje toe aan jouw straat, kun je vier seizoenen per jaar genieten van een levende tuin – en versterk je de unieke biodiversiteit van jouw streek, door een klein leefgebied te creëren voor kenmerkende planten en dieren.

Hotel_front-streektuinen-scaled

Koop hier een goed bijenhotel

Wij verkopen enkele hoogwaardige bijenhotels voor mensen die de biodiversiteit in hun tuin willen versterken. Bekijk ons aanbod.

Andere verhalen

Gezocht: groene tuiniers in Ommen die Vechtdalbloemen (of streekstruiken) willen in hun tuin

Streektuinen zoekt groene tuiniers in Ommen en Arriën die het leuk vinden om voor hun tuin een gratis pakket bloeiende streekplanten te ontvangen, bestaande uit grote tijm, lange ereprijs, blauwe...

Ook genieten van (slapende) klokjesbijen in je tuin? Plant of zaai wat inheemse klokjes!

Hoera! We hebben onze eerste grote klokjesbij én klokjesdikpoot van het seizoen weer in de tuin! (Oh, sorry, we moeten fluisteren. Want de bij in het filmpje onderaan dit verhaal...